dinsdag 26 juli 2011

Lucht, 26/07/2011

We hebben de Australische bodem verlaten. Ook Australië treurt, want blijkbaar gaat het vandaag regenen in Queensland.
Tot onze grote verbazing stond een echte, witte limousine ons op te wachten aan de resort, voor onze retour naar de luchthaven. Mèt aanhangwagen assorti met de limo, voor onze bagage. Tot de laatste minuut zijn we aan het twijfelen of deze wel voor ons is. Inderdaad, for 8 people, en er is niemand anders.

Zie ze glunderen de kids! En zweven! En wij hebben plezier van hun stralende gezichtjes te zien, vooral dat van Liesbet dan! Maar de glundering maakt stilaan plaats voor steeds bleker wordende gezichtjes. Want 1 uur achterwaarts of zijdelings rijden heeft zo zijn gevolgen! Gelukkig komen we juist op tijd aan de luchthaven toe, voor onze vlieger, en om het prachtig interieur van de limo niet te bezoedelen.

We zweven nu letterlijk verder naar Singapore. Het is nu 16.47 u plaatselijke Singaporetijd, en we zouden landen rond 20.00u.

Zo dat was het dan.
De dagen zijn voorbij gevlogen. In clichétermen zouden we zeggen: waar zijn al die weken naartoe? Maar dat weten we wel. In een uitzonderlijke wereldstad Sydney, in de urenlange jeepritten in de al even prachtige, verrassende, harde en eenzame outback, en uiteindelijk in het vruchtbare, af en toe meer mondaine Queensland.
Het is mooi geweest, met spannende en ontspannende momenten, maar vooral met een bèretof gezelschap, en zeer veel leute.

Groetjes allemaal, en tot vrijdag in België!
Francoise, Bruno, Caroline, Xavier, Aurélie, Harm, Liesbet en Guillaume
of 'the fellowship of down-under' van 2011!
Mossman, 25/07/2011

Last Australian day,

Na een really full breakfast worden we opgewacht door Norm, een keurig uitziende onze leeftijder, naar we schatten, en onze chauffeurgids van de dag.
In een klein groen camouflagebuske, want moeilijk te onderscheiden in de eveneens overwegend groene natuur, enkel vergezeld van een Amerikaans koppel uit Miami, worden we meegenomen naar de Daintreeforest tot Cape Tribulation.
Norm begeleidt ons in een privétuintje midden de rainforest voor een fikse wandeling van 45 minuten. Gelukkig voor de meesten en jammer genoeg voor een paar anderen, komen we geen casuaris en andere boosdoeners tegen. Alhoewel, we hadden wel de reactie willen zien van de zogezegde dapperen die toch zo graag oog in oog hadden willen staan met voornoemden.

We rijden verder richting Cape Tribulation. De plaats waar de rainforest, de koraalriffen en het strand het dichtst bij elkaar liggen. Wat een prachtige, wonderfull nature! Geen volk, alleen wij en de pure natuur. Bestaande uit palm- en andere bomen, geelgoud zand, uitgedroogde koraalriffen, want blootgesteld aan lucht en licht en mangroven.
Australië alleen al, telt 100 verschillende soorten mangroven, waarvan 30 op die ene plek terug te vinden zijn. Ze leven van zoutwater, maar filteren het zout via hun blaadjes. Norm laat ons proeven van het zout van de blaadjes.

Van al dat wandelen en bewonderen krijgen we reuzehonger. Norm begeleidt ons weer op privéterrein, naar een meer dan gezellig picnic-oordje, waar de geur van BBQ worstjes, beef en fishies, ons het water uit de mond doet komen. En dit op geen 2 harmen van een billabong, met fresh water, voor de alweer dappersten onder ons. Maar vandaag zijn er blijkbaar geen dapperen te vinden, behalve Guillaume die pootjebaadt tot de volgende rotspartij.

In de namiddag gaan we bootje varen op de Daintree River, waar we op jacht gaan, weliswaar op afstand van de salties, of zoutwaterkrokodillen, de gevaarlijke dus. Gelukkig zijn zij zich van geen kwaad bewust want ze zijn in volle siësta. We spotten een aantal tropische vogels, waaronder de 'kingfisher', prachtig blauwgetint met een tikkeltje oranje. Onze laatste wildlife animal bevindt zich een beetje verscholen in een boom, waar hij kronkelend van de ene tak naar de andere beweegt. Inderdaad, eindelijk zien we nog eens een slang, in zijn natuurlijke habitat! Met een schattig mooi geel kopje! Hij zou niet zo gevaarlijk zijn, hij bijt alleen maar pijnlijk, maar 't is niet giftig.

Terug in onze resort, worden we vergast op een mooi gedekte tafel, voor onze afternoontea, met lovely, tasty scones, met crème fraîche en confituur, en Home made biscuits! Eh oui, maman, même pour moi la tentation était grande!

We kunnen maar geen afscheid nemen van de Australische bodem, en maken nog een romantische wandeling met ons tweetjes langs de Mossman river van de resort, terwijl de kids tevergeefs proberen de kano's al zittend in het water te krijgen.

Tot morgen voor een allerlaatste blog!
The fellowship of down-under

maandag 25 juli 2011

Mossman, 24/07/2011

Crabhunting with spears.

We kunnen Australië toch niet verlaten, zonder een speciale ervaring met Aborigines. Het wordt een voormiddagje walkabout on the beach met Brandon van de Aboriginal Walkerfamily. We krijgen eerst les in het speerwerpen op het strand. Bij de ene vlot het al beter dan bij de andere. Daarna een slagje moeiljker, want met gebruik van een woomera of speerwerper. Xavier vertoont zich een echte expert, maar bij de vrouwkes lukt het toch beter zonder. Zonder speer gaat het eigenlijk nog het best van al.

En dan begint de grote uitdaging. Op blote voeten het strand en strandwater, toch tot boven de knieën, op. Gelukkig is het laagwater. We moeten, speer in de hand op krabbenvangst. Deze zijn wel een serieuze slag groter dan hun Noordzeecollega's. Brandon, met een reëel oerinstinct pikt er zo maar ene uit. Een rog, die 20 meter, pardon, 10 harmen, verder zwemt, ziet hij zo maar met het blote oog, en spiest hem vanop dezelfde afstand met zijn speer.
De vangst is maar sober, tot wanneer Aurélie een krab vangt, en later ook Harm. Als die twee ooit werkloos worden, weten ze dus wel wat doen in de plaats. Gelukkig hadden we dus toch 3 krabben te verdelen voor ons 10-uurtje, deskundig gekookt door mama Walker. We proeven ook van enkele tussen de mangroven gevonden, of liever geplukte schelpen.

Brandon leert ons tijdens onze wandeling nog interessante zaken over natuurlijke medicijnen, zomaar te vinden in de bomen langs de kust.
Die mensen leven zoals God in de Daintreeforest. Regenwoudbomen en mangroven tot de rand van het strand. Met alle soorten seafood, en een ware pharmaciekast à porté de mains. De Aborigines van the rainforest zijn van een ander type dan die van de woestijn. Bleker van huidskleur en kleiner, want beschermd tegen de zon door de bomen, en meer viseters en vegetariërs. Ze leven nog steeds van de visvangst met speren of op zee, en van de bushfruit die ze vinden. Ze blijven een oerinstinct behouden en hebben ongelooflijke goede ogen.

Daarna gaat het richting 'aboriginal art', waar we kennis maken met een (dove) artiest, met een speciale toegeëigende stijl. We mogen zelfs zelf ons eigen boontje, ook weer groter dan onze eigen boontjes, schilderen. Tiens, wat heb ik ermee gedaan? 't Zal weer duren tot in België dat we het terugvinden tussen de vele bagage zeker?

We lunchen in een superdeluxe resort, die voor 2 dagen onze verblijfplaats zal zijn. Daarna doen we nog een prachtige walk dwars door het privé-oerwoud van een 'boer', met als top of the bill, een prachtige waterval, die uitgeeft in een poel, waar de dapperen onder ons een quick swim plegen in het toch wel ijskoude water.
Dit alles onder begeleiding van een veelwetende (want vrouwelijke) gids. Zo komen we te weten dat we best van de planten in de jungle blijven, want bij aanraking van sommige op het zicht onschuldige planten, kan je op 20 minuten de pijp uit zijn. Ook op het paadje blijven, want een slangen en everzwijnen en casuaririjk gebied. Een casuari is een reuze grote soort kalkoen, met een serieus groot been op zijnen kop, en tenen die lijken op messen. Een slag of stoot van het lieflijk diertje, en je mag blij zijn als je de kliniek nog haalt.

We worden teruggebracht naar onze resort, met elk zijn eigen 'treehouse' met zachte zenmuziek bij het betreden van de kamer en een badkamer met regendouche en bubbelbad. Na een lekker avondmaal kruipen we tussen de aanlokkelijke lakentjes.
Cairns, 23/07/2011

Il fut un temps...

Kuranda, 24 jaar geleden. Als jonge twintigers nemen we een romantisch stoomtreintje naar de tablelands, bestemming Kuranda. We passeren langs de bergwand van het regenwoud, met een tussenstop aan de Barron falls, of watervallen.
We komen aan in een lief, klein stationnetje midden in de jungle. Kuranda is niets meer dan een openluchtmarktje in het oerwoud. We kopen er zelfs onze eerste Australische hoed, en een baby't-shirtje voor elk van mijn 2 zwangere zusjes.
Verder is er niets anders dan rust en groene natuur.

Kuranda, 10 jaar later. We nemen hetzelfde treintje naar boven, waarvan de stoomlocomotief vervangen is door een electrische. We komen aan in hetzelfde stationnetje, en bevinden ons.... in een heuse stad, vol toffe maar toeristische shopkes. Om naar beneden te gaan hebben we de keuze, of het treintje of de skyrail (kabelbaan) over de bomen van de jungle heen. Hetgeen veel wroeging heeft veroorzaakt bij de Aboriginals, want schending van hun heiligdom. Helemaal ongelijk kunnen we ze niet geven. 't Is ook een beetje schending van de natuur.

Kuranda, vandaag. We nemen de auto naar Kuranda, na Xavier, Caroline en de kids in de kabelbaan gedropt te hebben, zodat ook zij de jungle eens vanbovenuit kunnen aanschouwen. We komen aan in een bijna spookstad. Het is zaterdagmiddag en meerdere winkeltjes zijn gesloten, of gewoon leeg. Kuranda, evenals Cairns en andere toerismegevoelige steden hebben te lijden onder de terugval van het toerisme. Oorzaak, de barslechte weersomstandigheden begin dit jaar en de sterkte van de Australische dollar. Of hoe grootheidswaanzin soms kan lijden tot terugval.

Na een quick bite bezoeken we het koalapark, waar de kinderen efkes in de zevende hemel vertoeven bij het vasthouden van zo'n lief teddybeertje, behalve Harm, want die was 'harmed' door een beet van Princess in zijnen t-shirt. Princess was het knuffelen beu, en werd vervangen door het koalamannetje Hogan.

We verkennen verder de tablelands, om te eindigen bij de 'curtain fig tree', een eeuwenoude boom omsingeld door talrijke neerdwarrelende wortels, en de Lake Barrine' een zalig rustgevende plek, bij schemeravond.

Wij passeren de avond in Cairns, waar we afgesproken hebben met een specialist van 'iron bark' didgeridoos.

We proberen de laatste investering van onze reis te verteren, evenals ons eten uit de foodmall, en genieten van onze laatste nacht in dit prachtig, tropisch hotelresort.

G'night mates!
Barrier Reef, 22/07/2011

Met een grote zeilboot gevaren, op motor en grootzeil naar Michaelmas Cay, een eiland gelegen aan de beroemde koraalriffen, enkel bewoond door duizenden vogels. Onderweg had Aurelie toch al eens iets zien opduiken vanuit het wateroppervlak, en zowaar wat zien we in de verte???? Inderdaad, enkele walvissen komen naar boven om te spuiten, terug te ademen, we mogen dit mooie schouwspel vanop een afstand bekijken en genieten met volle teugen.
Iedereen, dus ook de rijpere vrouwen heeft gesnorkeld. Een raar gevoel, zeker als je met je buik juist boven de riffen zweeft! En de visjes en vissen naast u ziet passeren.
Xavier was de enige duiker.
Bij de terugkeer was de wind een beetje veel opgekomen. We dachten lekker te zonnen vooraan op het dek van de boot, tot wanneer een vloedgolf ons wakker maakte! Het droogproces kon weer van voren af aan beginnen.
En het moet nog gezegd worden dat het hier toch een stuk frisser is dan in de Top End. Van 32 graden naar 22 à 25 graden, maar nog steeds zonnig!

En toch voelden we ons de koning te rijk op deze boot, met zicht op de verschillende blauwe tinten van het water, enkele eilanden en de bergketens in de verte van het regenwoud.

Het was een prachtige, memorabele dag.

Groetjes van ons allemaal.
Cairns, 21/07/2011

Vlotte vlucht gehad van Darwin naar Cairns. Dagje zalig nietsdoen in een echt tropisch paradijs resort! Met de palmbomen op het bleke zandstrand aan de azuurblauwe oceaan.

Greets,
Fr.

vrijdag 22 juli 2011

Darwin, 20/07/2011,

That's Australia! That's why we are here!

Zoals afgesproken tuffen we naar Kelly's workshop in een suburb van Darwin. Dankzij Xavier zijnen gps, vinden we het vrij gemakkelijk. Alleen het huisnummer is moeilijker te vinden, want die verspringen hier per 10. We bevinden ons in een bèrechique wijk. (bère is een woord dat we hier geleerd hebben van ons gasten, en dat we blijkbaar nie altijd juist gebruiken. De jeugd van tegenwoordig toch!)
We worden ontvangen met de zo gekende Australische gastvrijheid, ttz met open armen. Na een verkenning van zijn domein, stoppen we aan 2 grote kuipen vol water. En daar liggen ze, de oorspronkelijke, nog onbewerkte didgeridoos, te weken, weken of soms maanden aan een stuk.
Deels om de biesterie (restanten van termieten en al wat erbij hoort) uit te kuisen, en deels om het hout te bevochtigen,zodat de schors er gemakkelijker van kan afgekapt worden, en om toekomstige barsten in de bast te voorkomen.
We kopen zijn hele stock (afgewerkte) didges op, op een paar na. Och hiere diene mens, hij heeft nu bijna niets meer om rechtstreeks te verkopen en 't is hier hoogseizoen. Hij zal nu zere zijn kuip moeten ledigen om nieuwe didges te kunnen maken.
De hele ploeg zet zich in om ze stuk voor stuk in te pakken in bobbeltjesplastiek, en tussen het vele werk door wordt er lustig op los gekletst. Kwestie van beter kennis te maken, met mensen waarvan we de indruk hebben dat we ze al maanden kennen.

Dat is pas echt Australië, bij de mensen zelf gaan, hun gewoontes en manier van werken beter leren kennen.
Is dat ook toeval of het lot? Want uiteindelijk, waren we niet gestopt bij dat tankstationneke, we hadden die didges nooit zien staan, en zouden Kelly en zijn zoon Clint Wood, nooit leren kennen hebben.

Na het vele werk, worden we nog rondgeleid op het stekje van zijn baas, blijkbaar ne vree sympathieke, want een domeintje van 5000 vierkante meter, omgeven door prachtige palmen, met vijver, zwembad, kreek, wildlife inclusief. En diene mens woont hier blijkbaar alleen! Hij was wel het huis uit, en hebben hem dus niet kunnen ontmoeten.

We kunnen maar geen afscheid nemen, en Kelly nodigt ons uit om samen met hem vanavond te gaan 'chinezen' in Darwin om 18.30u. Geen probleem! We moeten just efkes de didges en ander gerief laten verschepen bij TNT, en klaar is Kees! Of, dat dachten we toch. Want, zoals we reeds gewoon zijn, verloopt weer niet alles zoals voorzien.
Van het vele werk hadden we reuzehonger gekregen, en zijn we eerst nog iets gaan eten in de een of andere foodmall in de buurt. Het was ondertussen al voorbij 3 uur als we gedaan hadden. Xavier en 2 kids keren terug naar het hotel, met gps.
Wij tuffen naar de luchthaven, hier dichtbij naar TNT. Maar , surpriii...iise! Geen TNT meer te bespeuren. Dan maar naar een ander transportbedrijf. Maar die hadden geen kartonnen inpakmateriaal. En de didges opsturen zoals ze waren, enkel in bubblefoam, forget it!

Na een lange zoektocht naar TNT, want bliijkbaar zijn ze verhuisd, maar niemand weet waar, stonden we daar na 5 uur terug aan het hotel, met een hele hoop didges. En de dag erop vertrokken we 's morgens om 5 uur naar de luchthaven.
We hebben dan maar Kelly ter hulp geroepen. Zodat de didges terugkeerden vanwaar ze kwamen, en Kelly het nodige ging doen om ze te versturen. Thanks mate!

Dus geen tijd meer om te douchen, en in 7 haasten naar de receptie om met Kelly, Clint, en ex-vrouw van Kelly, Jessi, te gaan chinezen op een heel speciale manier. Potteke pakken, potteke vullen, en dan laten wokken in bèrehoge vlammen.
We konden nog geen afscheid nemen, en drinken nog een laatste heildrank op ieders gezondheid, in het etablissement van Jesse.

Bye bye Kelly, Clint en Jesse. We'll keep in touch via Facebook, mail en andere middelen!

Moe, maar tevreden, kruipen we in ons bedje, om er weer vroeg uit te kruipen.

Bye bye!
Franzzzz...
Hallo België,

Zojuist nog een paar blogjes gepubliceerd. 't Is hier 22.00 u en ik ben nu wel ietskes te moe om er de foto's nog op te plakken. 't Zal dus voor morgen zijn. Allee, voor zover mogelijk, want Bruno is ook een beetje moe, peins ik, want hij heeft zijn lader en batterij van zijn fototoestel laten liggen in het vorige hotel. We zullen het maar binnen 2 dagen terug hebben. Dus efkes geduld!

Blij een reactie gekregen te hebben van mijn grote zusje! Vele groetjes en dikke kus aan iedereen!

Slaapwel!
Darwin, 19/07/2011

New mates.

Een gouden tip: als je een blind date hebt om professionele of andere redenen, spreek dan een herkenningsteken af. Dan zit je daar geen kwartier stom naar elkaar te kijken, niet wetende dat de ene eigenlijk op de andere aan het wachten is.

Het begon zo. Onze laatste leverancier zijn didges, sorry voor hem, trekken er niet meer op, en zijn prijzen zijn crazy.
Gelukkig hadden we de dag voordien, bij een tankstation didges zien staan, mooi om naar te kijken, van hoogstaande eucalyptuskwaliteit, uitgevreten door onze vriendjes de termieten, en een goede klank producerende. We hadden een bod gedaan om gans het boeltje op te kopen, maar deze werd afgewezen. Gelukkig hing er een kaartje aan, met de gegevens van de leverancier.
Wij dus bellen naar da nummer. En zo kwam het dat we een blind date hadden met diene mens.

We zaten daar dus mooi op tijd te wachten, in de receptiehal van ons hotel. Twee mannen, één in het oranje en de andere in het fluogeel, zaten in de zetels rechtover ons. Wij dachten dat het werkmensen waren op middagpauze, tot wanneer Liesbet opmerkte: er staat gelijk 'whoop whoop' op hun t-shirts, de naam van op het kaartje van de didges.

Inderdaad, vader en zoon zaten, ook mooi op tijd te wachten op ons. Als bijberoep gaan ze op zoek naar didgeridoobomen, die ze afhakken als de tijd rijp is. In feite zijn het land- en tuinbouwers, die de grond schoonmaken voor de landbouwers. Dikwijls komen er didgebomen op voor die toch moeten omgekapt worden. Ze bewerken dan de bomen en takken tot echte didges, samen met aboriginals.
's Avonds maakten we een demonstratie mee, van hoe een didge gemaakt wordt vanuit een wilde tak. Zeeeer interessant!

We spreken af om morgen naar hun werkplaats te gaan.

Wordt vervolgd....

Groetjes,
Ikke weer
Darwin, 18/07/2011

Het land van termieten en didgeridoos.

Onze laatste etappe, van Katherine naar Darwin. We besluiten via het Litchfield National Park te passeren, want heel mooi en ten zuiden van Darwin. En gezien we toch het Ltichfieldpark willen doen, zijn we niet ver van Daly River, waar ze in een aboriginal community de fameuze Merrepen art hebben. En deze is maar 33 km verwijderd van de zuidelijke route naar het park. En we hebben een zee van tijd vandaag! Of hoe alle puzzeltjes soms toch mooi in elkaar vallen! Allee, dat dachten we toch weeral.

Dus wij, langs de scenic route naar Daly river. Inderdaad heel scenic, met steeds hoger wordende termietenkathedralen, zoals ze ze noemen, en palmboompjes die steeds meer ruimte opvragen tussen de eucalyptusbomen. Aangekomen in Daly River, was het juist middag. 2 aboriginal vrouwen, die mooi aan het schilderen waren, vertelden ons: the lady of the gallery is at lunch, come back at 1 o'clock. 3 keer na elkaar. We konden dus niets anders doen dan te zelf te lunchen als echte aboriginals - we zaten trouwens in hun community- zittend op de begane grond in de schaduw van een boom. En smaken dat da deed!

We hebben kennis gemaakt met een andere, zeer verfijnde stijl van aboriginal kunst. Veel hebben we echter niet op de kop kunnen tikken, want ze zaten met een festival die normaal gezien in juni moest plaatsgrijpen, maar door de overvloedige stortregens (weeral!), is deze verplaatst naar september. En ze hebben zoveel mogelijk schilderijen nodig.
Na verloop hebben we nog een beetje staan kletsen met Christine, een aboriginal vrouw, die elke vrouw die passeerde, tegenhield en voorstelde als haar zusters. Ze sprak ze aan in hun eigen dialect waarvan we geen chique verstaan, en leute dat ze hadden!
Het was ondertussen 2.30 u, maar geen probleem, want we zaten toch zo dichtbij Litchfield. Tot wanneer we aan het baantje kwamen : road closed. De recente stortregens hadden de baan volledig weggespoeld. Dit betekende echter, dat we helemaal rond het park moesten rijden, zo'n 200 km verder, om de volgende baan in het park te vinden. Het was dus weer rap, rap van de reuze termietekathedraal, naar de verfrissende waterpoel, mét waterval.
Na in totaal toch zeker één uur in het park gebleven te zijn ipv een namiddag, vertrekken we richting Darwin, onze eindbestemming van de jeepreis.
Het was ondertussen al 7.00 u, als we Darwin naderden, in den piekendonker. Dat dachten jullie maar, want we kwamen plots op een baan met, jawel, 4 vakken! Met verkeerslichten, bruggen en zelfs straatverlichting! Dat kunnen jullie jullie niet voorstellen hé! Of toch? Hebben we dat in België ook niet? We kwamen dus effectief, na 20 dagen, terug in de echte bewoonde mensenwereld.

We hebben efkes tijd nodig om weer te wennen in deze vooral 's nachts zeer levendige stad.

G'night mates!
Francoise, die haar cédille nog altijd niet gevonden heeft.

donderdag 21 juli 2011

Hello guys,

Kben volop bezig met mijnen blog in orde te brengen, want hoera t'is hier overal free internet! Dus don't panic! De foto's komen er ook aan, maar geduld.... Want 't duurt bèrelang om zo 1 foto te uploaden. So, keep on looking!

Groetjes van ons allen vanuit een tropisch paradijs.

woensdag 20 juli 2011


Katherine, 17/07/2011

Op zoek naar ....

Katherine, voor ons een businessstad, want vorige jaren altijd veel mooie, waardevolle schilderijen en artefacts gekocht. Maar, zoals reeds gezegd evolueert alles in Australië, dus ook de prijzen. Niet te doen! En de kwaliteit is er zelfs niet echt naar! Puur commercieel gedoe, puur toerismeverkoop. We kunnen toch nog een paar schilderijtjes op de kop tikken, maar dat is dan ook alles.
Ontgoocheld gaan we echt verder op zoek moeten. Ook voor didgeridoos houden we ons hart vast. We hebben er zelfs sommige gezien 'made in Indonesië' !

Genoeg gewerkt en ontgoocheld voor vandaag. We willen onze herinneringen aan Katherine toch hoog houden, en varen 's namiddags de Katherine river af, tussen de Katherine gorges. De weg ernaartoe, leidt ons langs een paadje dat plots vreselijk begint te stinken. Instinctief, kijken we allen al naar Xavier. Die is echter nog te ver verwijderd, want zoals gewoonlijk hangt ie aan het staartje van de groep, want verantwoordelijk gelijk hij is, houdt hij continu zijn kudde in de gaten, en pakt er toch zo graag fotootjes van, en zoeken verder. We hoeven echter maar omhoog te kijken om de bron van ergernis te vinden. Hoog en laag in de bomen hangen duizenden, of zijn het miljoenen, vleermuizen, fruitbats. De anders zo mooi grijsgroene eucalyptusbomen zien er nu zwart uit van het vleermuizenvolk.

Caroline haren t-shirt zal het geweten hebben!
Uiteindelijk komen we toe aan de boot, die er nog niet is, in volle zon en drukkende warmte. Geniet oh Belgen van het lekkere koele, natte weertje in Belgenland, terwijl wij vertoeven in tropische warmte.
In totaal bestaan de gorges uit 13 opeenvolgende gorges, elk onderbroken door te ondiep water met rotskes, en watervallekes. We kiezen voor 2 gorges. Na de eerste gorge stappen we uit de boot, om via hooggeplaatste (letterlijk en figuurlijk) oeroude rotstekeningen de volgende gorge te bereiken met een andere boot. Wel indrukwekkend, en heilig gebied voor de aborigines. Sommige freshies liggen de krijsende toeristen (want waw a crocodile) gade te slaan. We vragen ons eigenlijk af of het wel echte zijn, zo onbeweeglijk en de chauffeur van de boot weet ze veel te goe liggen.

Gezien we verstaan hadden dat we de kans gingen krijgen tussen de lieve beestjes te mogen zwemmen, en we dus geëquipeerd waren in zwemtenu, doch tevergeefs, plonsen we daarna in het deugddoende troebele water van het resortzwembad.

We wurmen ons in ons stacaravanneke voor 4 personen, maar toch met alles erop en eraan, enkel gestoord door een zwerm vleermuizen die aan hun nachtwerk beginnen.

We aanschouwen tenslotte nog de sterrenhemel, en gaan hopeloos op zoek naar de nochtans volle maan. Uiteindelijk valt onze dollarcent, dat die eigenlijk nog niet op is.
Licht aan het firmament stelt ons gerust dat die er nog is, en op komst is. Oef!

G'night mates!
Altijd dezelfde die de zware taak op haar frèle schouderkes moet dragen.
Homestead Valley, 15/07/2011

We worden wakker met het gekwebbel van de kaketoes. We komen buiten onze missiekamer, want een kleine ruimte met 2 bedden , gescheiden door een kastje, en een kleerkast in de hoek. En wie zien we daar in de verte huppelen? Onze kleine Marley, en de andere opgevangen kangoeroes. Marleytje is ijverig gras aan het grazen daar waar geen gras groeit, en graven dat ie doet met zijn lange klauwtjes. Hij laat zich fotograferen en filmen als de beste, en is van eigens de ster van de homestead. Wat zullen we hem missen!


Vanaf nu reizen we door de East Kimberley. De natuur verandert stilaan, moeilijk om uit te leggen, maar er is toch een verschil tussen het landschap van West en East. Allebei wel even mooi. Met als top of the bill, een prachtig uitzicht op de Cockburn range en de Pentecost river.

Eerste en enige tussenstop is Ellenbrae, waar ze de beste scones van de streek hebben. En dat is wel wat in een buurt van 220,000 ha zonder geburen!

Bestemming van vandaag is El Questro. Maar om er te geraken moeten we eerst de Pentecost River door, met een breedte van 70 meter, dwars door het water van 50 cm diep! We gaan nog moeten opletten dat we in België niet naast de bruggen beginnen te rijden in plaats van erover!


Een prachtig natuurgebied, met een rivier vol krokodillen, die zeker moet bevaard worden. Maar pech, brute pech! Dit gebied is spijtig genoeg al een zeer toeristische attractie geworden. Al de boten zijn bezet. En morgen zijn we hier weg. Ze vragen nochtans 65 aud per persoon! (= 50 euro). Jammer, maar nu kunnen we eens op ons gemak iets drinken, onder Xavier zijnen 'stinkboom', een soort eucalyptusboom.

We zijn ook eindelijk eens voor de donker op onze slaapbestemming in HomeValley Station. Hier wacht ons een aangename verrassing. 4 jaar geleden waren de guestrooms, kamertjes bekleed met golfplaten en muggengaas, en met gemeenschappelijk sanitair in zeer primitieve vorm. Nu worden we echter vergast op een heuse kamer, met een meer dan deftig bed en eigen badkamer. De homestead is dan ook zeer gegroeid, met camping en al. Alles evolueert toch zeer rap hier in Australië, goed voor de ene, maar minder voor de andere. We zijn toch blij dat we het echte Australië nog gekend hebben zovele jaren terug. Pas op, het loont nog steeds de moeite hoor, maar het authentieke is stilaan aan het verdwijnen ten voordele van het toerisme.

Miss you (allee, toch een ietsiepietsie)
Miss down under en haar gevolg.
Mount Elisabeth, 14/07/2011,

In het land van de kangoeroes.

'stunning' Bell Gorge. We vroegen ons al af, wat stunning eigenlijk betekende. Reden genoeg om zelf eens te gaan kijken dus. We rijden de oprit weer af (is dat nu dan een afrit?), in 50 min., daar waar we in de donker meer dan 1.30 u over deden.
Na 20 km Gibb Riverroad, moeten we weer dezelfde richting uit, want we zijn eigenlijk rond een bergketen aan het rijden. 30 km dirt road verder komen we aan op de carpark. We volgen het wandelpaadje klasse 4 van moeilijkheidsgraad, dus niet gemakkelijk, want echt vol steenblokken en nogal steil naar beneden. Maar de omgeving is wel heel mooi, we lopen eigenlijk in een droge rivierbedding. En dan plots... de openbaring! Een prachtige, immense kreek, met watervallen en al. Degenen die hun zwemgerief aanhebben, zijn natuurlijk de gelukkigen, want ge kunt er dus echt in baden hé. We zijn daar niet bij, maar kruipen toch letterlijk, want het is niet gemakkelijk, in het water tot kniehoogte. En dat doet deugd, want het is hier echt warm. De thermometer duidt 40 °C aan. Dus slip, slep, slop is hier zeker een noodzaak! 2 leguanen, elk op hun eigen rots, houden ons in de gaten. De ene is fotogenieker dan de andere, want hij draait zich echt naar de camera, zijn kopje mooi opgeheven.
Dat is dus wat 'stunning' betekent, iets dat zodanig mooi is, dat er geen woorden voor zijn.


We zetten onze route verder naar Mount Elisabeth. Zoals gewoonlijk, onderschatten we de afstand en de tijd (om 5 uur is het hier donker), en komen we in den piekendonker aan de afslag naar Mount Elisabeth. Ewel, als ge denkt dat 30 km minder is dan 50 km, forget it. We blijven maar rijden, zonder te weten waar naartoe, en er komt maar geen einde aan de weg. Een paar keer denken we een lichtje in de duisternis te zien, maar het is puur gezichtsbedrog. Eindelijk, na meer dan 1 uur rijden, zien we echt licht in de duisternis. Het is maar 6.15u, maar je hebt de indruk dat het al veel later is. We zijn ook juist op tijd voor de dinner. We installeren ons aan de tafel, en voelen plots iets nat en plakkerig op ons been. We kijken verschrikt wat het is, en na een korte gil springt een kikkertje weg. Die lelijke deugniet! Kan ie dat niet eerst eens vragen?
De avond wordt echter meer dan goed gemaakt, wanneer een jonge dame met een babykangoeroe in een flanellen zakje verschijnt, en ons de kleine joey (zoals ze de kleine kangoeroetjes noemen) toevertrouwt. Gewoon zalig! Wie had dat verwacht? We zijn al gans de tijd op zoek naar kangoeroes in het wild, we houden zelfs een serieuze competitie, en dan maak je zoiets mee. De kleine schat heeft helemaal geen schrik. Hij wast zich maar op los, steeds op dezelfde plek, en ook ons hand en arm tussendoor, maar ja hij moet nog zoveel leren.

De kids waren ondertussen al gaan douchen, maar bij het horen van dit heuglijke nieuws, verschenen ze al rap weer op het toneel. Aurélie pakt de kleine over, en een beetje nadien mocht ze hem zelfs de fles geven! En zuigen dat ie deed, onze kleine Marley! Man, man, man.
De mensen van de homestead hier, vangen kleine weeskangoeroetjes op. Momenteel hebben ze er 7. Marley is de jongste, 7 maanden oud. Hij is hier toegekomen aan 3 maanden en was toen amper 15 cm groot. De anderen zijn Lea, Chloe, Joey, en de rest ben ik vergeten.
Moe van al het wassen en het zuigen valt ie in slaap in Aurélie haar armen. We besluiten hetzelfde te gaan doen.


Ciao bambini!
Francesca .......
Mount Hart, 13/07/2011,

Just a perfect day...

De dag was eigenlijk al vroeg begonnen. We zitten hier in een homestead met gemeenschappelijk sanitair, buiten zeker zo'n 5 harmen ver. Dat is natuurlijk een probleem voor zij die 's nachts nodig moeten. En zoals gewoonlijk gebeurt dat dan ook. Rond 2 uur was het zover. Gezien we nachtblind zijn, hebben we begeleiding nodig. We horen onze wederhelft echter zalig snurken, en wachten geduldig af. Geduld loont zeggen ze, maar dat duurt toch wel lang. Plots herinneren we ons dat zijn vurigste wens een nachttochtje met ons beiden was. We verrassen hem dus blij wakker, en trekken er samen op uit richting sanitair. En zo was iedereen gelukkig!

Een dag van zalig nietsdoen, of juist zalig doen wat we willen.
Voor de oude garde - dat zijn wel te verstaan enkel Bruno en Xavier - en de jeugd, betekent dat een dagje naar de nog verdere outback rijden, om nen dikke boab te zien, en te ploeteren in een of ander swimmingpoolkreekje.


Voor de rijpere jeugd, Caroline en ik wel te verstaan, met de nadruk op jeugd, betekent dit een dagje relaxen en boekje lezen en zelfs puzzelen met een ter plaatse gevonden puzzle, tussen het wassen en het plassen door.
En dit alles in alle rust en stilte op een idyllische plek, want er is hier echt niemand. Een perfectere dag kan het niet zijn, zo zonder mannen.

's Avonds worden we getrakteerd door het huis op champagne en lekkere kaas- en salamihapjes, omdat we 2 nachten blijven.

Tussen de wolken door proberen we nog eens vluchtig naar de sterren te kijken met een echte sterrenkijker die eigenlijk niets vergroot, en ons de bijna volle maan toont, en Saturnus, die evenveel schittert aan het firmament, dan in de sterrenkijker.

Voldaan van al die wijsheid, kruipen we uiteindelijk in ons bedje.

Bonne nuit, les petits!
Moi et les autres

woensdag 13 juli 2011

Mount Hart, 12/07/2011

En de stand is....

Om 7.30u aangezet richting Tunnel Creek en Windjana. Tunnel Creek was een unieke ervaring. Een natuurlijke tunnel onder een loodzware rots van 45 harmen groot. Na een stevig ontbijt op de motorkap van de jeeps, wringen we ons tussen rotsblokken die kriskras door en over elkaar liggen, ons amper de plaats latende om den entree, amper 1,5 harmen breed, van de tunnel te bereiken.
En dan komt het. Een open ruimte vol stalagtieten van 7,5 harmen breed (den entree, niet de stalagtieten), nodigt ons uit om verder te ploeteren door ijskoud water tot boven kniehoogte. Onze beentjes zijn juist lang genoeg om onze short droog te houden. Maar het loont echt de moeite. We komen uit op een plaats met zicht op de hemel, want een gedeelte van de rots is onlangs naar beneden gedonderd, ttz zo'n miljoen jaar geleden. Door het dak, of het plafond of hoe moet je dat noemen van de tunnel, schieten zomaar wortels door, die hun weg zoeken naar het water. Ge weet wel, dat ijskoud water waar we doorgeploeterd zijn. We zien nog juist in de donkerte voor ons, of liever horen, een watervalleke. De uitgang is nog een paar honderd meter verder, maar we besluiten om rechtsomkeer te maken. Want bij gebrek aan toeristen voor ons, weten we niet hoe diep het water is.


We zetten onze tocht verder richting Windjana, en wat zien we plots voor onze jeep huppelen? Juist! Een kangoeroe! Hoera, hoezee, want jeepke nr 1, met Xavier aan boord, heeft dat geluk weer niet gehad! De stand is nu: 3-0 voor jeep Bruno.


Windjana : een torenhoge muur, van 55 harmen hoog, uitsluitend gevormd door fossielen van prehistorische dieren. We stappen door een spleet en komen uit op een oase van rust en stilte. Zelfs de kaketoes houden zich vrij rustig. De Lennard river slingert door het landschap, vnl bevolkt door Caroline haar 'freshies'. Ze liggen roerloos op de oevers te relaxen of te 'zennen', maar houden ons niettegenstaande wel degelijk in de gaten.

Want wee u als ge iets te dicht bijkomt. Dan hoort ge plots een gegrom, of tiillen ze hun lieftallig kopje lichtjes omhoog. Te zeggen dat dit de oudste overlevende reptielen zijn van de wereld. Met het beeld van schone sacochkes voor onze ogen, keren we terug richting carpark. We ontmoeten een jong gezin Gentenaars, die al 5 jaar in Brisbane wonen, om professionele redenen. Hij is nl verbonden aan de universiteit. Ze komen nog een laatste keer genieten van het prachtige, uitzonderlijke landschap van Australië, want in augustus keren ze definitief terug naar België. Het zal wennen zijn voor die mensen, en het moet een zware beslissing geweest zijn. Maar de plicht aan de Gentse universiteit, en de ver wonende familie roepen.

We blijven ondertussen op jacht naar de unieke Kimberleykunst. We herinneren ons nog een prachtig galerijtje een eindeke terug op de Gibb Riverroad. Maar waar was da weer? Uiteindelijk, na 100 km gereden te hebben en nog steeds niets gevonden te hebben besluiten we rechtsomkeer te maken. Dus weer brute pech! Vooral dat die kunststijl zeer lokaal gebonden is.
Maar het zien van een kangoeroe langs de baan, die wel bereid is te poseren voor een unieke foto, want jeep Xavier heeft die weer niet gezien, maakt veel goed en brengt de kangoeroestand uiteindelijk op 4-0 voor jeep Bruno! Haha! Ploeg Xavier maakt zich sterk door te zeggen dat ze een maraboe gezien hebben. Ok, maar wat is er Australischer? Een kangoeroe of een maraboe? Wees eens eerlijk. Non mais, sans blagues!

We doorkruisen de prachtige King Leopoldranges (jawel, genoemd naar onze koning Leopold 2), om uiteindelijk aan de 50 km lange oprit van Mount Hart te komen. Met de ondergaande zon in de ogen, doorkruisen we vele kreekjes, om uiteindelijk na meer dan 1 uur, bekende omgeving te bereiken. In volle verwachting Taffy weer eens te ontmoeten, krijgen we het deksel op onze neus, want Taffy moved on to the North. De idyllische Mount Hart is overgenomen door de Western Australia Government, en de ziel is een klein beetje weg. De nieuwe geranten doen dat absoluut niet slecht, maar het zijn geranten, en niet meer Taffy die ons zo trots een rondleiding op 'zijn' Mount Hart zou gegeven hebben. We genieten toch van een lekker 3-gangen menuutje, om daarna moe, maar voldaan in ons bedje te kruipen.

See you later, freshies!
Francoise (ge weet wel, van die winnende jeep!)

PS : dank aan mijn voodoomaster, om mij eindelijk een beetje gerust te laten, want ik voel mij eindelijk beter, en vele groetjes.
Fitzroy Crossing, 11/07/2011

Over le plat pays, larie en krokodillen.

Slechts 280 km af te leggen vandaag, op de Great Northern Highway, van Halls Creek naar Fitzroy Crossing. De weg verloopt langs de Australische polders en het lokale zwin. Één groot vlak landschap, zo ver men kan zien langs beide kanten van de weg. Op de achtergrondmuziek van Jacques Brel's le plat pays qui est le leur, filmen we het vlakke land, waar natuurlijk toevallig juist 2 senior bergketens elkaar bijna raken als 2 spiegelbeelden.
Spelbrekers! Net als die toupettoeristen die zomaar op onze baan rijden! We hebben er zeker 3 moeten voorbijsteken, op die afstand van 280 km! Om niet te spreken van die talrijke tegenliggers die we op 1 hand kunnen tellen!

De reis wordt af en toe onderbroken voor een bezoek aan de plaatselijke aboriginal art galeries. Of dat dachten we toch. De eerste galerij in Halls Creek zelf, met openingsuren alle weekdagen van 8 u tot 4 u, is om 10 uur nog potdicht, en geen levende ziel te zien. No worries mate, want op de baan naar Fitzroy is er nog een galerijtje in een aboriginal community. We verlaten dus efkes de Highway om 5 km landinwaarts de galerij, Laarri, te bezichtigen. Maar Laarri is dus wel larie en apekool. We bevinden ons immers in een echte spookstad. Weer geen levende ziel te verkennen in gans dat dorp. We piepen door het raam en zien nochtans mooie kunstwerkjes.
Het is blijkbaar onze galerijdag niet vandaag.

We kunnen niet anders dan doorrijden naar onze volgende bestemming, Geikie Gorge, juist voorbij Fitzroy Crossing. We maken een leerrijke boottocht op de Fitzroy river, langs 350 mln jaar oude kalkstenen rotsen, bestaande uit witte, rode en zwarte lagen. Dankzij de windstilte, wordt alles nog eens weerspiegeld in het water. Caroline kan eindelijk kennis maken met haar sacochekrokodillen, althans de freshies onder hen, of zoetwaterkrokodillen, die roerloos op de oevers liggen te zonnen.
Ook hier hebben ze in maart te maken gehad met serieuze overstromingen. Hier en daar geven boomstammarkeringen aan hoe hoog het water wel kwam. Impressionant, want wel 4 harmen hoog op bepaalde plaatsen.




En nu lekker verpozen in ons tentenbedje, want morgen willen we bij het ochtendgloren aanzetten!

G'night mates,
Francoise en de rest van de bende

zondag 10 juli 2011


Purnululu en Halls Creek, 10/07/2011

Joyeux Anniversaire Mamy! A Sydney je t'ai déjà acheté et écrit une carte. Mais elle est encore toujours dans ma sacoche, parce que dans toute l'Australie qu'on a parcourue jusqu'à présent, pas moyen de trouver de timbres!

Deze morgen 2 verschillende trajecten. De ene in de lucht en de andere op de begane riviergrond. De lucht is voor Xavier en Caroline in een helikopterke tussen de koepels door. Na een fikse fooi aan de piloot, slaagt deze erin Xavier bijna uit de open helikopter te balanceren. Bijna, want hij kwam wel terug, al was het met een natte broek. Gelukkig kon Caroline ondertussen blijkbaar genieten van de compagnie van een knappe piloot.

De begane grond is voor de rest van the fellowship, op weg naar de Echidna Chasm. Een oeroude (hoe kan het ook anders?) kloof van 90 harmen hoog en zeer nauw. De weg ernaartoe loopt over een rivierbedding, omgeven door palmbomen, tegen de rode wanden van de kloof.


We leggen het baantje van 2.30 u in tegenovergestelde richting af, met de oude garde aan het stuur, die gisteren uitgebreid had kunnen zien hoe het moest van de juniors.

Vol verwachting begeven we ons naar een Aboriginal art gallery in een community. Bruno begeeft zich moedig op verboden gebied, blijft veel te lang weg, en we verbeelden ons al van alles. Hij werd nogal nors en agressief benaderd door een blanke supervisor, die hem bedreigde met fikse boetes. Met een smoeske van vergunning, en de nodige uitleg dat we zelf een aboriginal art gallery hebben in België, gaat het mannetje onmiddellijk overstag, want hij ruikt big money. Jammer genoeg schiet er van zijn galerij niets over. De voornoemde overstromingen hebben de galerij met schilderijen meegesleurd. Miljoenen dollars aan schilderijen zijn zo maar door de natuur opgeslorpt.
Pech voor ons, maar nog veel meer voor hem.

Nog slechts 150 km naar onze volgende logeerplaats, Halls Creek, waar we al uitgehongerd uitkijken naar een 'mystery buffet'. De bistro is open van 18 u tot 20u. Als we om 19 u gaan eten, zijn we nog mooi op tijd. We komen toe en maken kennis met de outback Way of eating van de zondagavond. Om 6 u stipt, stort heel Hall Creek zich op het buffet. Wij als verbijsterde Belgen staan daar met onze mond vol tanden voor lege buffetbakken. Andere restaurants zijn er niet in het dorpje. We trekken allen een toch zo hongerig en meelijwekkend gezichtje, dat de chef overtuigt van toch nog eens diep in zijnen diepvries te kijken. Hij verrast ons uiteindelijk met een lekker barramundivisje! Dat was onze Belgische outbackmanier van wa te bekomen!

Zodra we Xavier uit onze kamer krijgen, gaan we een lekker slaapje tegemoet.

Slaapwel!

Purnululu, 09/07/2011

Met de jeep door het oerwoud....hoewel, niet echt woud, maar wel oer (zonder h), zo'n 250 mln jaren oud.

Slechts 275 km te rijden vandaag tot de afslag naar de mysterieuze 'bungle bungles'. We doen er in tijd minder lang over, dan over het afslagske van 53 km. Deze neemt 2.30u in beslag! Een heus pretparkbaantje, kreekske in, kreekske uit, bobbelke hier, bobbelke daar, op en neer, naar rechts... Of is het nu naar links? Waar loopt die baan nu verder? Onze jonge roetsjbaanracepiloten Harm en Guillaume leggen het (bijna) volledige parcours feilloos, en met de grootste onderscheiding af. Chapeau voor onze jonge chauffeurs! Want het is echt geen gemakkelijk baantje.

Na de lange rit, eindelijk tijd om de ver verstopte bungles te verkennen. Slechts toevallig ontdekt door een blanke in 1982! En de zon schijnt op ons bolleke, en we hebben geen parasolleke. Maar wel een pet of een hoed. Want hier geldt: slip, slap, slop. Slip some sun screen, slap a hat, en slop enough water. Ofte zonnecrème, hoed en water als 3 belangrijke peilers. Horizontaal gestreepte zebrakoepels, gevormd door afzet van vroegere rivieren, en natuurlijke jacuzzis leiden ons naar de cathedral gorge. Een ongelooflijk natuurlijk, zeer rustgevend fenomeen, met een prachtige akoestiek. Telkens als we hoesten, is het gelijk gans de gorge meehoest!


We logeren in een Safarikamp, waar we met open armen ontvangen worden door een supervriendelijke jonge dame, die zelfs onmiddellijk overweg kan met Xavier! Ofwel heeft dat meiske ervaring, en is er zulk een 'loetie' in elke toeriste groep, ofwel beschikt ze over een aangeboren talent!
Onze tenten zijn ware luxe hotelkamers, met prive badkamer. Het eten is superlekker, rekeninghoudende met de beperkte middelen die ze hier in de verre outback hebben! Ook het ontbijt is really full breakfast! Een enorme evolutie sedert 4 jaar geleden, want toen konden ze enkel cornflakes bieden. Ze maken nu wel hun eigen electriciteit met zonnepanelen, waardoor ze natuurlijk over iets meer mogelijkheden beschikken.

De avondrust wordt enkel verstoord door een afschuwelijke, griezelige gil van Liesbet, bij het ontdekken van een reuze gele outbackspin op haar spiegel. Heel het kamp stond al klaar voor evacuatie, maar dit bleek uiteindelijk overbodig door het moedige ingrijpen van spiderkillers Xavier & Harm.


Ook Xavier wou in alle rust naar de sterren kijken, heel anders en veel sterrenrijker dan in het noordelijk halfrond. Maar ipv sterren zag hij glinsterende ogen van een koe, een os, en een kangoeroe. Vlak voor onze tent.

G'night mates!
Kununurra, 08/07/2011

First times.

We trekken verder noordwestwaarts. De Bucanan Highway wordt de Savannah Way. De lange rechte baan van gisteren wordt een mooi kronkelend rood zandbaantje van 250 km lang, vol verrassingen.
En daar zijn de lang verwachte! Dank zij onze 'wildspotter' Aurélie, komen we eindelijk onze eerste kangoeroes tegen. Ginder, ergens in de verte, ziede da nie? Neen, iedereen ziet ze, behalve ik. Ik ben dus niet alleen nachtblind, maar blijkbaar ook kangoeroeblind. Maar dankzij de verrekijker van Xavier, geniet ik toch ook van het oogcontact met de marsupilian.

We hebben er lang moeten achter zoeken, ze vertonen zich blijkbaar niet meer zo gemakkelijk. Maar dit heeft zijn verklaring. Iedereen is op de hoogte van de ferme overstromingen aan de oostkust begin dit jaar. Ewel, blijkbaar heeft gans Australië ongewoon veel regen gehad, ook het dorre centrum. De wildlife (de beestjes dus) hebben overvloedig eten en drinken, ook in de woestijn, waardoor ze ter plaatse blijven en niet verder op zoek moeten gaan achter voedsel.

Onze dag kan niet meer stuk. Een eindeke verder zien we de eerste wilde paarden, en dan nog koeien, en dan.... een overhoepelende kangoeroe! De eerste jeep van Xavier, met nochtans onze wildhopper Aurélie aan boord, heeft hem niet gezien!!.. Tralala!..

Ook het landschap verandert, we zien onze eerste boab (=flessenboom). En tussen die flessen van bomen, staat daar toch wel een schattig kangoeroetje te kijken zeker! Rap een fotootje, en ja hoor, zijn staart staat er toch nog juist op(waarom staan die beesten toch nooit stil als ze moeten poseren?)
We hebben van onze Aboriginal vrienden nog iets geleerd over de kangoeroes. Als ze huppelen, staan hun poten dicht bij elkaar om meer snelheid te nemen. Als ze moe zijn, zetten ze hun poten verder uit elkaar, en huppelen ze trager, om te recupereren.

Na een vlotte 250 km komen we op de Highway richting Kununurra, voor another 280 km to go. Juist voor de grens met West-Australië, pikken we nog een wandelingske mee in het minder toeristische, maar daarom niet minder oeroude Keep River National Park. En wie komen we daar tegen, aan een piepklein lookoutje, ver van de bewoonde wereld? Een landgenoot uit Anzegem, een blonde jongeman, van 22 of 23 jaar, Bram genaamd, die op workholiday is in Australië voor 1 jaar! Aurélie kent hem van den uitgang! Allee jong, kom da tegen! We vinden Australië immens, en dan zeggen dat de wereld klein is! Da klopt toch niet? Ofwel zijn die mensen van Anzegem, zoals de rode zandkorrelkes, da kruipt overal tussen.

Aan de grens is er een big quarantaine controle van verse groenten en fruit. Beide jeeps worden lijfelijk gefouilleerd, want ze willen geen 'fruitflies' (fruitvliegen) in hun State. En ik die dacht da vliegen konden vliegen! (en dus op hun eentje de grens overgeraakten).

We overnachten aan een prachtig Lake, waar we bijna niets van zien, want 't is hier om 17u piekendonker.

En het is ook de eerste keer dat ik ziek ben in Australië, bij een temperatuur overdag van 30°C. Ik heb zo de indruk dat er iemand met een voodoopopje aan het spelen is, en die vol aan het stekken is met bacteriën in mijn neus en luchtpijpje.

Nog een was en een plas, en slaap lekker!
Top Springs, 07/07/2011

Stel u eens voor. Tennant Creek zo'n 500 km boven Alice Springs. Dan nog eens 350 km noordwaarts tot in Dunmarra. Dunmarra zelf is niet meer dan een roadhouse. En tussen Tennant Creek en Dumarra kom je echt niet veel tegen, op een paar brievenbussen na, van de onzichtbare ranches. Dan sla je linksaf naar Top Springs, enkel bereikbaar via de Buchanan Highway, een off road zandbaantje, 187 km verder. En daar dus in de middle of nowhere bevinden we ons.
Wat een rust, wat een kalmte, Top Springs is ook niet meer dan een roadhouse, op een kruispunt tussen de Buchanan Highway en de Savannah Way, ook een offroad zandbaantje.

En toch kunnen we niet slapen van 't lawaai! De 'roadworkers' van da brugske van een eindeke verre, logeren hier immers ook. En die mannen, far far away from hun family, hebben alleen de avonden én nachten als ontspanning. Dus gebabbel en gelach alom, tot 2 uur 's nachts. Maar het is hun gegund, want ge moet het maar doen, zolang en zover van uw gezin verwijderd te zijn.

Maar we zijn een beetje veel ziek (zware verkoudheid en begin van bronchitis, niets om u zorgen over te maken), en konden onze nachtrust nochtans goed gebruiken.

Of komt het door de spanning van de dag dat we de slaap niet konden vatten?
We werden immers letterlijk langs de kant geslingerd door een roadtrain die plots als uit het niets op ons afkomt, in een enorme stofwolk. En dan nog een tweede, en als je denkt, nu is het wel genoeg, komt de derde opduiken. We worden bedolven onder het stof. Wat een unieke, maar toch angstaanjagende ervaring. Gelukkig verwittigen ze elkaar en ons via een noodkanaal, en kunnen wij hen verwittigen dat er een andere 'thrifty' huurwagen volgt. Maar zelf uit de weg gaan kunnen ze niet!

Ciao!
Fr.

P.'S. Internet is hier echt een probleem. Dus blijven don't worrieen!

woensdag 6 juli 2011

Tennant Creek, 06/07/2011,

Big surprises!

Wat één van de saaiste dagen van de reis had moeten zijn, want gewoon veel kms rijden naar het noorden via de Stuart Highway, is heel anders uitgevallen.
Het is druk op de 2-vaksbaan autostrade naar de noordelijke kust 1600 km verder op. Regelmatig rijdt er zelfs een wagen voor ons. We komen zelfs af en toe tegenliggers tegen!
De voorziene stops waren ontbijt, Ti Tree, en de Devils Marbles. Nog voor Ti Tree zien we een Aboriginal galerijtje. En surpriii...iiise! 3 aboriginal artiesten aan het werk. Niet zomaar, maar uit volle goesting, en klaar om hun verhalen via de schilderkunst naar buiten te brengen. Tegen de muur van het 'galerijtje', staan originele schilden. We kunnen niet anders dan die aan onze collectie toe te voegen. Albert, de toezichter, spreekt ons aan met zijn typisch Australische humor. We lachen hartelijk mee, om daarna aan Bruno te vragen wat hij juist gezegd heeft. Dat Australisch Engels, we kunnen er maar niet aan wennen!

De jonge garde, Harm en Guillaume nemen het stuur over. Na 100 km besluiten we de jonge lui efkes de beentjes te laten strekken aan een roadhouse in Barrow's Creek. En... Surpriii...iise! We komen binnen in wat één van de oudste roadhouses van de Stuart Highway zou kunnen zijn, van het jaar 1932. Wat we daar binnen zien, kent geen naam.
Muren volgekladderd door toeristen van verschillende nationaliteiten. Geld uit evenveel landen, oude Belgische franken incluis. Achtergelaten souvenirs van diezelfde toeristen. We bevinden ons werkelijk in het Australië van de cowboys.
Buiten zitten Aboriginal vrouwen bushtucker en andere geneeskrachtige kruiden te schilderen in hun eigen dot-art stijl. Schilderijen met een verhaal zoals we ze graag hebben. Of hoe blank en zwart toch mooi naast elkaar kunnen leven.

In Wycliff Wells zien we een roadtrain van zo'n 25 harmen lang staan tanken. Daar moeten we toch een foto van hebben. Caroline slaagt er zelfs in een plaatsje naast de chauffeur te nemen, die met haar doorrijdt, wel zo'n 5 harmen ver! En surpriii....iise!
Het wordt dé ervaring van ons leven. We worden immers aangesproken door een 6-tal Aboriginal men, die ons in volle vertrouwen nemen, en ons veel bijleren over hun fascinerende oeroude cultuur. Dit doen ze echt niet met iedereen, zeker niet met Australische blanken. Enigszins te verstaan, na al wat ze hen aangedaan hebben. Er zitten zelfs een paar stamouders bij. En dit alles in een wereld vol 'aliens'. Moeilijk te verstaan hé?!

We zitten boven de steenbokskeerkring, en het wordt really hot. Zo'n 10 graden warmer dan in Alice Springs. Onder deze hitte verkennen we de Devils Marbles, of de eieren van de regenboogslang volgens Aboriginal cultuur. We testen uit wat de stamouders verteld hebben, door onze handen te plaatsen op de witte stenen, die ons een boost aan energie moeten geven. Met deze energie huppelen we als jonge deernen van reuzensteen tot reuzensteen.
Één van de vele toeristische attracties van Australië, maar waar zijn al die toeristen?

Uiteindelijk komen we in Tennant Creek aan, een oud goudzoekersstadje, waar we de nacht doorbrengen.

Groetjes!
Me and the fellowship ...
Ter herinnering: 1 Harm = 2 meter!
Alice Springs, een dag later dan de vorige want kweet echt nie meer welke dag we zijn en anders moet ik weer zitten prutsen op dienen iPad om terug te kijken op mijn vorig verslag om te weten welke dag het dan was.

Big businessday!

In deze stad vol aboriginals vinden we onze gading, en kopen enkele contemperary aboriginal art. We stellen ook enkele straatartiesten tevreden door enkele van hun schilderijen te kopen. Echt wel fijn werk.

Omdat we het allen een beetje beu zijn van 's middags honger te lijden, want in de outback zijn er gewoon geen winkels, doen we de levensnoodzakelijke inkopen om de volgende dagen te overbruggen. Moeilijk toch met kleine kinderen winkelen, die alles in het karretje letterlijk zouden gooien waar we niets mee zijn.

We eindigen ons verblijf in de oudste pub van the Alice, nl Bo Jangles. Nog steeds ingericht als destijds, met apenootjes op de grond, zadels als zitplaatsen en geld uit verschillende landen aan het plafond.

G'night mates,
Ikke en de rest
West mc Donald Ranges, 04/07/2011
(sorry voor de grote letters maar ik heb mijn leesbrilleke niet op en ik moet toch weten wat ik schrijf!)
Gorgeous those gorges!
Wat is er zaliger dan wakker te worden met een zicht op de West-Mac Donald ranges, knal voor uw deur, prachtig verlicht door een opgaande zon!
We zijn al de toeristen voor, en verkennen op ons ééntje de Ochre Pits. Miljoenen jaren oude rotsen, in golvende horizontale lijnen van verschillende kleuren. De Aboriginals gebruiken deze okers, vermengd met water, voor hun bodypainting en andere schilderingen.

We blijven de (weinige) toeristen voor in Serpentine gorge. Een lang, kronkelend baantje leidt ons naar een kruispunt, links omhoog (maar dat weten we nog niet) naar een lookout, en rechtdoor naar de gorge. We volgen eerst het paadje naar de lookout, dat plots een beetje en dan nogal veel steil omhoog gaat. Caroline en ik vinden al gauw dat het welletjes is, en dat we van hieruit ook al een prachtig zicht hebben op de omliggende immense omgeving. We beslissen dus efkes te pauzeren en te wachten op de rest van de compagnie, die dapper verder tert. Gelukkig helpt een flink uit de kluiten gewassen jongeman ons terug naar beneden, door ons één voor één te dragen. ('t is nie waar hoor, maar we hebben onze ventjes da wijsgemaakt, dus nie verklappen hé, want ik denk dat ze erin gelopen zijn!).
Wij, Caroline en ik, terten ondertussen dapper verder naar de gorge, als echte padvinders. Een idyllische oase van witte eucalyptusbomen in een bijna billabong ( want toch een beetje stromend water) en een billabong is een waterplas in een voor de rest uitgedroogde rivier ; tegen een achtergrond van oranje rotsen en onder een felblauwe hemel. Onze compagnie vervoegt ons uiteindelijk om de nodige kiekjes te maken en ons over de bèremoeilijke plas te helpen oversteken.
Volgende gorge is Ellery Creek, een bijna uitgedroogde kreek, die in het regenseizoen een verfrissende poel blijkt te zijn, als de temperatuur boven de 50 graden klimt.
We spurten naar Chandley Chasm, een nauwe kloof, waarvan de wanden juist over de middag kortstondig belicht worden door de zon. We blijken te vroeg te zijn, maar in feite zijn we te laat, want de zon draait hier via het noorden. Je zou voor minder het noorden - of is het het zuiden ? - kwijt zijn

Over een goed onderhouden geasfalteerde baan, rijden we richting Hermansburg, zonder amper tegenliggers tegen te komen. In de verte zien we gecontroleerde bosbranden. Het zien van een overreden dier (dingo of arend?) doet ons wees gegroetjes en onze vaders prevelen, voorgedragen door Guillaume in het Duits. Hoe hij er maar niet in slaagde van niet gebuisd te zijn voor Duits, we snappen er niets van.
Jammer genoeg herkennen we Hermansburg nog amper. De kern van het dorpje is een museum geworden, want historisch erfgoed, want een vroegere missie, waar de aboriginal kindjes bekeerd werden tot de lutheriaanse godsdienst. Het vroegere leven rond het kerkje, zoals wij het 11 jaar geleden gekend hebben, is verplaatst naar een community juist buiten het stadje. De art gallery waar de aboriginal artiesten zelf hun kunstwerk aanprezen, maakt nu deel uit van het museum, zonder aanwezigheid van enig artiest. Kunstwerken hangen nu gewoon aan de muur of aan het wasrek, te koop aan ongeziene prijzen.
Ietwat ontgoocheld keren we terug naar Alice Springs. Gelukkig passeren we nog Simpsons Gap, want het zien van de talrijke 'rock wallabies' zal veel goed maken. We begeven ons in stilte naar de kreek, uitkijkend naar de lang verwachte eerste marsupilian, maar ook die laten zich niet zien. Toeristen beu gezien? De recente bosbranden ontweken? We kunnen het hen niet eens vragen, want we hebben er geeneen gezien.
Na 3 dagen outback, zitten we voor even terug in de bewoonde wereld van Alice Springs.
Slaap lekker allemaal, of moeten jullie nu opstaan?
Francoise en ....
West mc Donald Ranges, 04/07/2011
(sorry voor de grote letters maar ik heb mijn leesbrilleke niet op en ik moet toch weten wat ik schrijf!)
Gorgeous those gorges!
Wat is er zaliger dan wakker te worden met een zicht op de West-Mac Donald ranges, knal voor uw deur, prachtig verlicht door een opgaande zon!
We zijn al de toeristen voor, en verkennen op ons ééntje de Ochre Pits. Miljoenen jaren oude rotsen, in golvende horizontale lijnen van verschillende kleuren. De Aboriginals gebruiken deze okers, vermengd met water, voor hun bodypainting en andere schilderingen.

We blijven de (weinige) toeristen voor in Serpentine gorge. Een lang, kronkelend baantje leidt ons naar een kruispunt, links omhoog (maar dat weten we nog niet) naar een lookout, en rechtdoor naar de gorge. We volgen eerst het paadje naar de lookout, dat plots een beetje en dan nogal veel steil omhoog gaat. Caroline en ik vinden al gauw dat het welletjes is, en dat we van hieruit ook al een prachtig zicht hebben op de omliggende immense omgeving. We beslissen dus efkes te pauzeren en te wachten op de rest van de compagnie, die dapper verder tert. Gelukkig helpt een flink uit de kluiten gewassen jongeman ons terug naar beneden, door ons één voor één te dragen. ('t is nie waar hoor, maar we hebben onze ventjes da wijsgemaakt, dus nie verklappen hé, want ik denk dat ze erin gelopen zijn!).
Wij, Caroline en ik, terten ondertussen dapper verder naar de gorge, als echte padvinders. Een idyllische oase van witte eucalyptusbomen in een bijna billabong ( want toch een beetje stromend water) en een billabong is een waterplas in een voor de rest uitgedroogde rivier ; tegen een achtergrond van oranje rotsen en onder een felblauwe hemel. Onze compagnie vervoegt ons uiteindelijk om de nodige kiekjes te maken en ons over de bèremoeilijke plas te helpen oversteken.
Volgende gorge is Ellery Creek, een bijna uitgedroogde kreek, die in het regenseizoen een verfrissende poel blijkt te zijn, als de temperatuur boven de 50 graden klimt.
We spurten naar Chandley Chasm, een nauwe kloof, waarvan de wanden juist over de middag kortstondig belicht worden door de zon. We blijken te vroeg te zijn, maar in feite zijn we te laat, want de zon draait hier via het noorden. Je zou voor minder het noorden - of is het het zuiden ? - kwijt zijn

Over een goed onderhouden geasfalteerde baan, rijden we richting Hermansburg, zonder amper tegenliggers tegen te komen. In de verte zien we gecontroleerde bosbranden. Het zien van een overreden dier (dingo of arend?) doet ons wees gegroetjes en onze vaders prevelen, voorgedragen door Guillaume in het Duits. Hoe hij er maar niet in slaagde van niet gebuisd te zijn voor Duits, we snappen er niets van.
Jammer genoeg herkennen we Hermansburg nog amper. De kern van het dorpje is een museum geworden, want historisch erfgoed, want een vroegere missie, waar de aboriginal kindjes bekeerd werden tot de lutheriaanse godsdienst. Het vroegere leven rond het kerkje, zoals wij het 11 jaar geleden gekend hebben, is verplaatst naar een community juist buiten het stadje. De art gallery waar de aboriginal artiesten zelf hun kunstwerk aanprezen, maakt nu deel uit van het museum, zonder aanwezigheid van enig artiest. Kunstwerken hangen nu gewoon aan de muur of aan het wasrek, te koop aan ongeziene prijzen.
Ietwat ontgoocheld keren we terug naar Alice Springs. Gelukkig passeren we nog Simpsons Gap, want het zien van de talrijke 'rock wallabies' zal veel goed maken. We begeven ons in stilte naar de kreek, uitkijkend naar de lang verwachte eerste marsupilian, maar ook die laten zich niet zien. Toeristen beu gezien? De recente bosbranden ontweken? We kunnen het hen niet eens vragen, want we hebben er geeneen gezien.
Na 3 dagen outback, zitten we voor even terug in de bewoonde wereld van Alice Springs.
Slaap lekker allemaal, of moeten jullie nu opstaan?
Francoise en ....

dinsdag 5 juli 2011

Kings canyon

Kings Canyon, 03/07/11

Poor fishies!

Oeioeioei! Veel te laat opgestaan. Dat is zo als ge wilt voortgaan op uw biologische klok, die langs geen kanten meer klopt door de vele uren tijdsverschil.

Na een verkwikkend doch verwarrend ontbijt, want wat is nu continental en express continental en express iets anders? En dit alles dan nog in zelfbediening?, verkennen we de diepe kloof van Kings Canyon. In tegenstelling tot de diepe kloven van Australië die we in het verleden bezocht hebben, zijn dit opgaande wanden die de Canyon vormen. 2 loodrechte wanden, met tussenin een oase van ghost gums, ofte witstammige eucalyptusbomen.

We maken kennis met de eerste unsealed road, of dirt road, in feite een goed geprepareerde blauwe piste, met hier en daar een verraderlijke 'dip' ( putteke) gevolgd door een 'crest' (topje) waar men niet kan over zien. Genaamd de 'Meereenie loop', 50000 harmen lang, volledig gelegen in Aboriginal land, waar men zich volledig aan de Aboriginal regels moet houden, en dus onderweg niet kan of mag stoppen, en waarvoor een vergunning vereist is. En die loopt door een vlakte waar maar geen einde aan komt, zonder huizen, of andere vorm van bewoning. Geen spoor van communities, hoewel die er wel zijn. Hier en daar onderbroken door één of andere bergketen, met de meest bizarre vormen.

Zonder kleerscheuren komen we aan in Gosse Bluff, een immense meteorietkrater, omgeven door een oeroud gebergte die de wanden van de krater vormen.
We trekken verder naar Ormiston gorge, nu slechts een poel, maar in het regenseizoen een heuse waterloop. Een poel vol dooie vissen ,zoals de leden van de fellowship denken. Alle leden? Neen, want 1 lid ( laten we haar F.noemen), had in de motten dat die visjes niet dood waren ,maar zich in het droog seizoen ingraven in de modder voor een relaxte winterslaap, tot het regenseizoen hen terug voldoende water bezorgt om deftig te kunnen zwemmen. We zagen zelfs een visje discreet knipogen naar ons van : you got it ma'am! Voor de ongelovige Thomassen onder jullie, zie boekje Lonely Planets, Australië, kweet nie meer welke blz. want mijn boek ligt in de auto en ik ben te moe om erom te lopen.

We checken in in Glen Helen, waar we 11 jaar geleden ook onze intrek namen. Niet veel veranderd, behalve dat de slaapcontainers van toen, nu echte kamers zijn geworden. De schikking en zelfs het meubilair, zijn gelijk precies hetzelfde gebleven.

Greets,
Francoise (ik kan mijne c cédille maar niet vinden op mijnen iPad) en Co.

Ok, na veel gezeur en gezaag vanuit België gaan we jullie uiteindelijk toch foto's doorsturen zeker? Maar 't zal niet gemakkelijk zijn, want we hebben er nog niet veel, slechts 700 per fotograaf, en er zijn er maar 4.

zondag 3 juli 2011

Ayers Rock - Kings Canyon, 02/07/11

No respect,

7.30u
Onze 2 stamouderen (laten we ze B & X noemen) schieten terzelfdertijd wakker om de sun rise van our majesty Uluru te aanschouwen . De zon staat op om 7.30u en onze mannen moeten nog 1/2 uur rijden. Ze denken dat de tijd ondertussen blijft stilstaan. Dus, ze vliegen half gekleed en ongewassen in de jeep om de fameuze sunrise te zien. Wat een spektakel! Heel alleen staan ze daar te wachten, op de reeds voorbije zonsopgang onder een bewolkte hemel. Af en toe stopt er een jeep, om foto's te nemen van Belgische toeristen die foto's trekken van een zonsopgang die gewoon niet te zien is.

It 's Uluru day, today.
Een little walk langs de wanden van de Uluru, nog steeds heilig gebied voor enkele Aboriginal stammen. Rotsschilderingen herinneren ons aan een leven van 40.000 jaar terug. Af en toe vragen ze ons geen foto's te trekken, want ze geloven nog steeds dat een foto de ziel uit hun lijf en dat van hun 'goden' haalt. Natuurlijk een ideale gelegenheid voor vele toeristen om juist dan een foto te trekken van die plaats, verwittigingsbord incluis.
En dan de 'climb' van Uluru, 174 harmen hoog, en met een omtrek van 9 km. Het is steeds toegelaten, want de blanken huren dit gebied aan de Aboriginals voor een periode van 90 jaar tegen verschillende duizenden dollars, en 25% van de recetten. Voorwaarde is dat de blanken de klim verder toelaten. Niettegenstaande smeekbedes van de Abo's om hun heiligdom niet te beklimmen, spurten vele toeristen op de rots voor een levensbedreigende klus (vooral voor mensen met hoogtevrees).

Volgende post is 'Kings Canyon', zo' 300 km further on. Hoe? We passeren nu weer Uluru? Neen hoor, het is Mount Conner, een oeroude (1,5miljoen jaar ouder dan Uluru) tafelberg, met bijna hetzelfde uitzicht als Uluru. Wat een oud continent toch!

We maken nog net de sunset (onze dagelijkse afsluiter) mee, vanop den ponton, met of course de dagelijkse ludieke fotoshoots.

We bevinden ons in the middle of nowhere, en hebben moeilijk of geen verbinding met internet of gsm. Dus, don't worry mates. The blog is coming soon!

Groetjes!
Ikke en de rest

Aussie wife (5)
Mijn vrouwke is nu verkouden (van de boottochten), nu haar armje nbeetje genezen is (tziet wel nog 'schorteblauw', maar tdoet geen pijn meer...
'smorgen vroeg opstaan om de enige zonsopgang op de heiligeberg te bewonderen, was de boodschap, voor zij die het wensten...de Aborigine-geesten beschikten anders& lieyen ons door ons wekkers slapen...het relax ritme van hier begint er in te komen....dus, wij, stoere vaders, eerst op& elk, onwetend van elkaar op exact tzelfde moment, gaan zien naar ons jeeps, of de andere nog niet weg was...we besloten dan maar vlug de rest van de zonsopgang (die al meer dan nuur begonnen was) te aanschouwen, maar... In tpark aangekomen, beseften we dat Bruno de ingangsticketten die hij mooi had klaar gelegd op de nachttafel...vergeten was! 'gaddegoback' was het enige wat de vriendelijke dame aan the parkgate voor onze lieve ogen over had... Ons volgende keer eerst wassen vrees ik!!
Hoe kunnen we 'n ontbijt van $25 of samen $200 vermijden& toch lekker eten?? Juist: gaan shoppen om 8 u voor...100$, bestekken, borden, bekers inbegrepen...maar thuis aangekomenvernamen we dat de jonge gastjes wel 'gebreakfast' hadden, dus toch $200 kwijt, maar wel eten voor 8 personen, voor gans de dag!!!
Program: Uluru! Maar er niet OPklimmen!! Dat is niet alleen je reinste heiligschennis, doch lijkt nogal gevaarlijk ook....waarom wil nmens overal op kruipen of hebben, terwijl diep innerlijk aanschouwen zooo veel meer te bieden heeft!!
Een 'insider' vertelde ons wat over de bijzondere cultuur van de aboriginals:
- dat nog lang niet alles op papier staat van hun 50.000 jaar oude unieke cultuur!
-dat enkel heel bijzonder toegelaten mensen dat mogen weten, maar die mogen het dan weer nie verder vertellen
- dat, indien je een zware overtreding gedaan hebt, zeg maar n misdaad tegen hun wetten, je 'nspeer door je been geduwd werd...ten teken dat je 'nboef' bent, stigma voor altijd! Als je er zo aan ieder been een hebt...zal je niet veel praat meer krijgen!! Voor de 'die-harders' is nderde keer....lethal!!
-dat boomerangs die terugkeren, alleen gebruikt worden in the wetlands van the nortehrn territory, om op ganzen te jagen... Want als je daar je gooi-wapen kwijt bent, moet je wel 'n ander maken, gezien zoeken alleen vruchtbaar voor...de crocodillen is; tja...rare jongens toch...
Enfin, we verlaten the holy mountain& rijden noordwaards, 'n 300 Km, zonder zijwegen, noch huizen, noch mense, noch dieren( met uitzondering van een prachtige flock wilde paarden!!!) naar Kings Canyon, waar we terug nprachtige foto-sessie hebben bij sunset!
See you layer, aligator! (Zou van hier zijn, terwijl er hier geen alligatoren zitten...?!)
Ayers Rock, 01/07/2011

De gebakken poetsen van de Aussies.

't Is 4 uur 's nachts en ik kan niet slapen, tezeer nagenietend van een unforgettable day.


We stappen uit het vliegtuig van Sydney naar Ayers Rock, en worden verwelkomd door een prachtige blauwe hemel en een stralende zon boven de typisch Australische rode aarde.
Nu nog juist de 2 jeeps oppikken en weg zijn we. 2 jeeps? Neen, want op tpapierke van de Aussies staat er 1 jeep, en wel tot 11 juli ipv 20 juli, en terug in Ayers Rock ipv Darwin.
Na de deskundige uitleg van onze gedreven chauffeurs, waarvan de Aussie women niets verstaan, komt alles uiteindelijk in orde, met een grote smile. Dat was poets number one.

We trekken langs ongekende wegen (er is er maar 1 en toch vinden we de weg niet) , richting Katja Tjuta ( betekent many heads, ttz 36) ofte Mount Olga's. We stoppen aan een look out, met een prachtig zicht op the Olga's voor ons, en de befaamde Uluru rechts van ons, 50 km verder. Stel u voor, een immense vlakke steppe, zover je kijken kan, en dan plots een knalrood oranje monoliet, die zomaar uit de grond schiet.

We nemen de Walpagorge walk (= wind), en wat we dan zien, heeft geen naam. Steile rode wanden, 274 harmen groot. Vanaf nu rekenen we in 'harmen' ipv meters. 1 harm
= 2 meter. Je moet het maar eens doen, op een smal brugje lopen en naar omhoog kijken naar die steile wanden. Je zou van minder omgekeerde hoogtevrees krijgen. Of heeft dat iets te maken met het feit dat we hier met ons hoofd naar beneden lopen?
Elk waterplasje wordt gefotografeerd door Harm (zeldzaam in de woestijn, zowel de plassen als de Harm), en elk steentje door Guillaume.
Geniet van het aanzicht, en luister naar die stilte......van de Japanse toeristen.

Tijd voor de sunset. We vliegen aan de linkerkant van de baan naar de lookout van Uluru. En daar staat hare majesteit, nog in volle rode glorie, in de laatste zonnestralen. De voorbereidingen worden getroffen, onze jonge fotografen kruipen op het dak van de jeep, camera in aanslag, en Xavier vindt zijn statief, de slurf van de jeep. Na veel gepruts en geregel staat zijn camera eindelijk juist gericht voor het verschijnsel van de ondergaande zon.
Het moment breekt aan, met de vinger op de knop, klaar voor het fenomeen van de dag, .... verschijnen de eerste toeristen in het vizier, en dan nog en nog.

We genieten van de natuurlijke voorstelling, onbeschrijfbaar. En het valt ons op dat de nacht niet valt, maar stijgt. Voorafgegaan door een prachtige opkomende blauwroze nevel over de ganse vlakte, enkel onderbroken door Uluru zelf.
Er komt geen einde aan de fotoshoots. En licht in het hoofd van al die schoonheid, wordt elke vrouw giechelend tot schaterend in de lucht gesmeten door haar respectieve partner... en zoon (zucht). En de winnaar is..... Aurélie! die de hoogste toppen bereikt, meer dan 1 harm hoog! ( snapt 'em?)

Met het zicht op de laatste sporen van de opkomende nacht, rijden we naar het hotel. Toch gemakkelijk hè, als de kamers op voorhand geboekt zijn !
Alle kamers? Neen, want 1 kamer staat niet op tpapierke van de Aussie woman. We tonen onze vouchers van zowel het Belgisch reisbureau als haar Aussie correspondent, maar toch ging ze ons eerst doen bijbetalen voor een bijkomende kamer. Met de leuze ' we maken er het beste van', en 'no worries mate',kloppen we op de toonbank, en zo komt alles toch in orde. Dat was poets number two. Die Aussies toch, met hun speAussie for ...(4)
For the healthy... Zou ik zeggen; dergelijke reis moet je niet meer betrachten boven de 60 meen ik, tenzij je gezondheid nog prima is natuurlijk! Ieder zwak puntje wordt hier genadeloos beproefd...nbeetje zoals...bij zwangerschap?!
Vandaag, vrijdag 1 juli, Territory day alhier, dus feeststemming, van Sydney naar Yulara, in the Outback van the 'provincie' Northern territory, waar actueel (sinds een 5 tal jaar) een luchthaven(tje) voor jaarlijks 400.000 toeristen is aangelegd.
Daar krijgen we beschikking over 2 ECHTE jeeps...met 2 reservebanden (eentje dienstig om in brand te steken als we ergens problemen hebben, als hét communicatiemiddel bij uitstek....; verder n luchtslurf om door twater te rijden, stevige bull-bar (om Dingo's, Kangoeroe's en dergelijke mee omver te rijden)& elk een CB-zender, doch ...met gebroken antenne's, zodat mijn Walkie-talkies veel verder reiken dan die dingen (slechts 'n 150 m); een GPS heb je nie nodig blijkbaar...er zijn slechts weinig (asfalt)wegen ...
Het rare van rijden in Australië is niet alleen het links rijden, maar het noorden kwijt zijn, omdat de zon daar staat op de middag...enfin: oriëntatie!
We brengen nog 'n bezoek aan de Olga's of Kata Tjuta, 36-hoofdig massief, doch vermoedelijk één grote monoliet, oudste berg van de wereld, waar de natuurkrachten de ijzerhoudende gesteenten gebeeldhouwd hebben tot enorme hoofdachtige rode gevaarten; hieel spechiaal!
We hebben ook nog kunnen genieten van de sublieme zonsondergang aan de Uluru, of Ayers Rock, THE landmark van de Aussies; Camera's in aanslag, om tmooiste moment vast te kunnen leggen, maar we waren niet alleen...ik zal enkele 'loeties' moeten weg fotoshoppen die bruutweg in mijn schoon opgezet cameraveld kwamen staan...alsof er in heel Australië op dat moment geen één ander plaatsje was... Maar we hebben wel veel gelachen, alsof de zonsondergang de gekste trekken van ons doet ontwaken...
In ons Outbackhotel genoten we van 'n fantastisch buffet, met waarempel oester, krab, zalm, reuzegarnalen, naast crocodil, kangoeroe en...varkenslapjes; ja, raar he, wie denkt er nu aan varken in the outback???
Have sweet dreams...ciaal gevoel voor humor.

Maar al die probleempjes vallen in het niets, na die prachtige, onvergetelijke dag.
Voor de ongeruste ouders : everybody 's happy, everybody 's fine!

Greets to everybody in Belgium!
Francoise and the fellowship of down under
Sydney, 30/06/11

De valies is terug, of toch weer niet...

Goed nieuws. Liesbet is geslaagd (een dikke proficiat van ons allemaal) en onze valies heeft haar vliegangst overwonnen, en is in Sydney! Ze wordt aan ons hotel geleverd tussen 9 en 12 u. We gaan er wel niet op wachten in het hotel, want no worries mate, alles komt in orde.

Prachtige dag gehad op het water en in de shoppingstreets.
Zoals afgesproken wacht Troy ons op in zijn kapiteinstenu ('t staat hem wel) aan zijnen Ferry. Als echte VIPs worden we begeleid naar de cockpit, waar ieder om beurt het schip mag sturen, de ene al minder zwetend dan de andere. We varen de baai af naar het binnenland toe, zo heel anders en zo rustig, met prachtige villa's in het groen (niet de villa's, maar het groen van de natuur).
Na een uurke zit zijn werk erop, allee, op dienen Ferry, want daarna stappen we over op een anderen, richting Manly beach. En wie staat er ons op te wachten op de Quay? Steve! We hebben hem amper maar een paar minuutjes gezien, maar zijn echt blij te zien dat hij nog geen haar veranderd is (op het kleur na)! De joviale, zachte, hartelijke Steve! We hebben hem daarna niet meer gezien, want hij had andere verplichtingen, maar hopen hem in de toekomst toch ooit nog weer te zien en iets langer dan nu!

Weer worden we gratis begeleid naar de cockpit van onze captain, die in het gaan naar Manly niet veel werk heeft. De boot heeft immers geen voorkant of achterkant, allee, ttz 2 voorkanten en 2 achterkanten, of hoe zit dat nu?
Dus, ti's nu de toer van de captain van de voorkant of de achterkant die stuurt, en zo heeft Troy zijn mond vrij om ons alle nodige uitleg te geven over het schip en de omgeving. Xavier volgt mee op zijnen gps, en vindt dat veel interessanter dan het zicht van de omgeving zelf! Gelukkig blijft hij veel foto's nemen zodat hij achteraf kan bekijken op zijnen ipad wat hij heeft gemist.

Na een verkwikkend wandelingske naar de beach en een lunchke over de promenade, rechtover een winkelke waar sommigen het niet kunnen laten van geld te gaan uitgeven, keren we were, zonder Troy, en zonder te betalen naar Circular Quay in Sydney!

We (her)ontdekken de prachtige Shoppingcenters in Victoriaanse stijl, the 'strands' in Harry Potterstijl, en 'Victoriabuilding', met alle dure merkwinkels van de the city.

Moe maar voldaan van deze drukke dag - zijn we hier echt nog maar 2 dagen? Het lijkt wel een week - , keren we vol spanning terug naar ons hotel. Voor het hartelijke weerzien van onze valies. Met een groot hart, begeven we ons naar de receptie. En wat blijkt? De valies was inderdaad geleverd, maar ze hebben ze weergestuurd, want de naam op de valies (de mijne) komt niet overeen met de naam van de boeking (Bruno). Moeten we daarom duzend keer gezegd hebben dat de naam van de valies niet dezelfde is van de kamer, en beide namen duzend keer gespeld hebben?? Dus weer Qantas bellen, wel zeer goede service, we kunnen hen niets kwalijk nemen! ' t Ligt echt aan dat dom kieken van thotel. Om alle spanning weg te krijgen en ook de spierkes van ons rugske en nekske
los te krijgen, ontdooien we voor een uurke in de jacuzzi , om daarna eindelijk herenigd te worden met ons valieske.
Eind goed, al goed.

En nu de impressie van onze medereizigers :
Harm: Khad nooit gedacht ooit aan de andere kant van de wereld te zitten en toch, here I am. Het vliegen alleen was al de moeite, het gevoel om zo hoog te zitten om dan nog te zwijgen over het uitzicht. Sydney was fantastisch wat waarschijnlijk zal blijken uit de 280 foto's op 2 dagen tijd :p. De rest van de reis is nog een verrassing maar zal ook wel meer dan de moeite zijn.

Aurélie: het was leuk om het operahuis nog eens van dichtbij te zien. Sydney blijft een indrukwekkende stad. Mooie winkels, torenhoge gebouwen, de vele mensen. Op naar de mooie natuur. Byebye hotels, hallo tenten.


Guillaume: Na vier lange jaren eindelijk nog eens terug in Australië. De tocht om hier te geraken heeft ons toch wel 37 vermoeiende uren in beslag genomen. Maar iedere keer opnieuw neem ik die er met plezier erbij, het is echt de moeite waard.
Ondertussen zitten, de twee dagen Sydney er al weer op. Gepakt en gezakt zit ik nu terug op het vliegtuig op weg naar Uluru, of m.a.w. Ayers rock. De vorige twee dagen hebben we uiteraard alle toeristische stekjes weer bezocht. Troy en Steve zien was een zeer aangename verrassing, het voelt altijd goed om oude bekenden nogmaals te ontmoeten. Bij deze sluit ik af en ga ik nog eens mijn ogen sluiten... Tot gauw, Guillaume.

Liesbet: knijp mij, knijp mij, ik ben in Australië ! Ik had er enkel en alleen maar van kunnen dromen om hier te zijn. Het is echt fantastisch om het contrast Sydney - outback te zien! Elke keer opnieuw trek ik mijn ogen open. Deze avond al kangoeroe en krokodil gegeten, nu nog even wachten tot we ze in het live zien! @ ma en pa: ik word hier goed verzorgd hoor door Bruno, Francoise en Guillaume

Cu!

The fellowship of downunder min Xavier want die schrijft toch apart en wel hierna.


Aussie too (Australië dag 2)
Ja, ze slikkn ier un woordn ewa in...nbitje gelik tWestvloms, dus we klappn wiedre iere van dnierste ki gelik di gastn van oliere, niè...enfin, toch de West-Vlomingn undr oes....
Sydney is 'n prachtige stad met meer dan 3 mio inwoners, vele beaches, water, groene parken met ongeziene bomen (voor veel Europeanen), gedisciplineerde bewoners, zeer hoge gebouwen, sublieme 'Harbour Bridge', 90 m boven water, met grote ijzeren bogen, waarop mensen lopen, verbonden a elkaar, per 10, het lijkt wel op 'n collectieve zelfmoordpoging, waarvoor toch 'n 180$ mag voor betaald worden...
Natuurlijk is er het unieke opera gebouw met het dak als zeilen, bol vd oceaanwind, gesneden uit een bol door 'n architect (de Deen Jörn Utzon) die zijn project nooit heeft mogen afwerken, noch heeft willen aanschouwen... het kostenplaatje bleek 14x wat hij berekende....toch prachtig monument!!
Voor 'n land van 7,7 mio vierkante Km en slechts 21 mio mensen, kan ik verschillende dingen nie zo goed verstaan (@ S ;-) ):
- hoe krijgen wij 11 mio. mensen op slechts 33.000km2, of 333/km2 & hier 3/Km2 met 88% stedelingen...
-waarom zijn die mensen hier zo sportief, dat ze in bijna alle sporten beter zijn dan wij...zelfs Malisse mocht het ondervinden van hun nieuwste poulin Tomic...de ganse dag loop je joggers tegen 'tlijf, overal zijn fitness-'toestanden'; of betekent sport hier meer 'religie' dan bij ons... Of is onze religie...de verkeerde kant aan het opgaan?
-waarom is dat hier 'n natie die wel mee telt in de wereldeconomie? Enorme gebouwen, drukke & belangrijke handelsrelaties; hier zijn natuurlijk wel wat grondstoffen te vinden....& niet alleen opaal...in Aboriginal 'territory' wordt zelfs...uranium
gevonden...als dat maar goed af loopt!
-er zijn veel verschillende etnische groepen& toch...iedereen komt goed overeen, zelfs al nemen de 'spleetoogjes' de taken over van de 'locals'; ja zeer veel immigranten v Azië; weinig moslims, doch hun belang groeit......voorlopig geen uiterst rechts!
- 'tland ligt aan de andere kant v onze bol & toch ist hier meestal zeer 'goe weer'...mediteraan klimaat; sneeuw is hier wel onbekend en nu het hier winter is, lopen de mensen met dikke winterjassen& sjaal aan...16°C en wij...in ons hemdje met korte mouwkes...
- de Australiërs worden als 'gelukkigste mensen' van de wereld aanzien...ik denk dat het positief denken hier is uitgevonden....
-of heeft het feit dat de koningin zich nog minder moeit dan in België er iets mee te maken??
Enz enz enz... Vele vragen, waarop misschien later een antwoord komt?!
Wat we nu reeds beseffen: Rare jongens die Aussie's, om dan nog (voorlopig) te zwijgen vd rare beesten...met of zonder buidel
Bye for now, tga jullie goe of:. Godsavethequeen....een spreuk die hier nu veranderd is in: 'don't worry, mate, be happy!'