zondag 10 juli 2011

Kununurra, 08/07/2011

First times.

We trekken verder noordwestwaarts. De Bucanan Highway wordt de Savannah Way. De lange rechte baan van gisteren wordt een mooi kronkelend rood zandbaantje van 250 km lang, vol verrassingen.
En daar zijn de lang verwachte! Dank zij onze 'wildspotter' Aurélie, komen we eindelijk onze eerste kangoeroes tegen. Ginder, ergens in de verte, ziede da nie? Neen, iedereen ziet ze, behalve ik. Ik ben dus niet alleen nachtblind, maar blijkbaar ook kangoeroeblind. Maar dankzij de verrekijker van Xavier, geniet ik toch ook van het oogcontact met de marsupilian.

We hebben er lang moeten achter zoeken, ze vertonen zich blijkbaar niet meer zo gemakkelijk. Maar dit heeft zijn verklaring. Iedereen is op de hoogte van de ferme overstromingen aan de oostkust begin dit jaar. Ewel, blijkbaar heeft gans Australië ongewoon veel regen gehad, ook het dorre centrum. De wildlife (de beestjes dus) hebben overvloedig eten en drinken, ook in de woestijn, waardoor ze ter plaatse blijven en niet verder op zoek moeten gaan achter voedsel.

Onze dag kan niet meer stuk. Een eindeke verder zien we de eerste wilde paarden, en dan nog koeien, en dan.... een overhoepelende kangoeroe! De eerste jeep van Xavier, met nochtans onze wildhopper Aurélie aan boord, heeft hem niet gezien!!.. Tralala!..

Ook het landschap verandert, we zien onze eerste boab (=flessenboom). En tussen die flessen van bomen, staat daar toch wel een schattig kangoeroetje te kijken zeker! Rap een fotootje, en ja hoor, zijn staart staat er toch nog juist op(waarom staan die beesten toch nooit stil als ze moeten poseren?)
We hebben van onze Aboriginal vrienden nog iets geleerd over de kangoeroes. Als ze huppelen, staan hun poten dicht bij elkaar om meer snelheid te nemen. Als ze moe zijn, zetten ze hun poten verder uit elkaar, en huppelen ze trager, om te recupereren.

Na een vlotte 250 km komen we op de Highway richting Kununurra, voor another 280 km to go. Juist voor de grens met West-Australië, pikken we nog een wandelingske mee in het minder toeristische, maar daarom niet minder oeroude Keep River National Park. En wie komen we daar tegen, aan een piepklein lookoutje, ver van de bewoonde wereld? Een landgenoot uit Anzegem, een blonde jongeman, van 22 of 23 jaar, Bram genaamd, die op workholiday is in Australië voor 1 jaar! Aurélie kent hem van den uitgang! Allee jong, kom da tegen! We vinden Australië immens, en dan zeggen dat de wereld klein is! Da klopt toch niet? Ofwel zijn die mensen van Anzegem, zoals de rode zandkorrelkes, da kruipt overal tussen.

Aan de grens is er een big quarantaine controle van verse groenten en fruit. Beide jeeps worden lijfelijk gefouilleerd, want ze willen geen 'fruitflies' (fruitvliegen) in hun State. En ik die dacht da vliegen konden vliegen! (en dus op hun eentje de grens overgeraakten).

We overnachten aan een prachtig Lake, waar we bijna niets van zien, want 't is hier om 17u piekendonker.

En het is ook de eerste keer dat ik ziek ben in Australië, bij een temperatuur overdag van 30°C. Ik heb zo de indruk dat er iemand met een voodoopopje aan het spelen is, en die vol aan het stekken is met bacteriën in mijn neus en luchtpijpje.

Nog een was en een plas, en slaap lekker!

Geen opmerkingen: