maandag 25 juli 2011

Mossman, 24/07/2011

Crabhunting with spears.

We kunnen Australië toch niet verlaten, zonder een speciale ervaring met Aborigines. Het wordt een voormiddagje walkabout on the beach met Brandon van de Aboriginal Walkerfamily. We krijgen eerst les in het speerwerpen op het strand. Bij de ene vlot het al beter dan bij de andere. Daarna een slagje moeiljker, want met gebruik van een woomera of speerwerper. Xavier vertoont zich een echte expert, maar bij de vrouwkes lukt het toch beter zonder. Zonder speer gaat het eigenlijk nog het best van al.

En dan begint de grote uitdaging. Op blote voeten het strand en strandwater, toch tot boven de knieën, op. Gelukkig is het laagwater. We moeten, speer in de hand op krabbenvangst. Deze zijn wel een serieuze slag groter dan hun Noordzeecollega's. Brandon, met een reëel oerinstinct pikt er zo maar ene uit. Een rog, die 20 meter, pardon, 10 harmen, verder zwemt, ziet hij zo maar met het blote oog, en spiest hem vanop dezelfde afstand met zijn speer.
De vangst is maar sober, tot wanneer Aurélie een krab vangt, en later ook Harm. Als die twee ooit werkloos worden, weten ze dus wel wat doen in de plaats. Gelukkig hadden we dus toch 3 krabben te verdelen voor ons 10-uurtje, deskundig gekookt door mama Walker. We proeven ook van enkele tussen de mangroven gevonden, of liever geplukte schelpen.

Brandon leert ons tijdens onze wandeling nog interessante zaken over natuurlijke medicijnen, zomaar te vinden in de bomen langs de kust.
Die mensen leven zoals God in de Daintreeforest. Regenwoudbomen en mangroven tot de rand van het strand. Met alle soorten seafood, en een ware pharmaciekast à porté de mains. De Aborigines van the rainforest zijn van een ander type dan die van de woestijn. Bleker van huidskleur en kleiner, want beschermd tegen de zon door de bomen, en meer viseters en vegetariërs. Ze leven nog steeds van de visvangst met speren of op zee, en van de bushfruit die ze vinden. Ze blijven een oerinstinct behouden en hebben ongelooflijke goede ogen.

Daarna gaat het richting 'aboriginal art', waar we kennis maken met een (dove) artiest, met een speciale toegeëigende stijl. We mogen zelfs zelf ons eigen boontje, ook weer groter dan onze eigen boontjes, schilderen. Tiens, wat heb ik ermee gedaan? 't Zal weer duren tot in België dat we het terugvinden tussen de vele bagage zeker?

We lunchen in een superdeluxe resort, die voor 2 dagen onze verblijfplaats zal zijn. Daarna doen we nog een prachtige walk dwars door het privé-oerwoud van een 'boer', met als top of the bill, een prachtige waterval, die uitgeeft in een poel, waar de dapperen onder ons een quick swim plegen in het toch wel ijskoude water.
Dit alles onder begeleiding van een veelwetende (want vrouwelijke) gids. Zo komen we te weten dat we best van de planten in de jungle blijven, want bij aanraking van sommige op het zicht onschuldige planten, kan je op 20 minuten de pijp uit zijn. Ook op het paadje blijven, want een slangen en everzwijnen en casuaririjk gebied. Een casuari is een reuze grote soort kalkoen, met een serieus groot been op zijnen kop, en tenen die lijken op messen. Een slag of stoot van het lieflijk diertje, en je mag blij zijn als je de kliniek nog haalt.

We worden teruggebracht naar onze resort, met elk zijn eigen 'treehouse' met zachte zenmuziek bij het betreden van de kamer en een badkamer met regendouche en bubbelbad. Na een lekker avondmaal kruipen we tussen de aanlokkelijke lakentjes.

Geen opmerkingen: